• Home
  • Nieuws
  • Mode
  • Omzetmakers of overkill?

Omzetmakers of overkill?

Door FashionUnited

bezig met laden...

Scroll down to read more

Het aantal accessoireboetieks en bijouteriewinkels rijst de pan uit. Vooral in grote steden zijn ze er in overvloed. Waar vroeger de verkoop in modewinkels beperkt bleef tot wat zonnebrillen en ceintuurs in een eenzaam schap bij de kassa, neemt het accessoireaanbod nu soms hele wanden in beslag. Kettinkjes, oorbellen, tassen en sjaals: zijn het ideale omzetmakers of is hier sprake van overkill? En is de accessoiretrend - met het oog op de ingetogen wintermode aankomend seizoen - niet alweer op zijn retour?

Het aantal accessoireboetieks en bijouteriewinkels groeit. Vooral in grote steden zijn ze er in overvloed. ”Toen laatst een aantal collega's uit Denemarken op bezoek kwam heb ik hen meegenomen naar de Kalverstraat in Amsterdam,” zegt Jeanine Bekhof van het Deense bijoumerk Dyrberg/Kern. ”Zij hadden nog nooit zoiets gezien!” In deze bekende winkelstraat is het aantal accessoirewinkels de afgelopen twee jaar opvallend groot geworden. Waar vroeger alleen Bijou Brigitte (met 62 vestigingen nog steeds de grootste in ons land) en Tie Rack een winkel hadden, zijn nu ook Pieces, Six, Claires, Apropo, Fossil en Swatch gevestigd. Al deze winkels zijn gespecialiseerd in de verkoop van accessoires. Van kettinkjes en oorbellen tot tassen en sjaals. Daarnaast worden deze producten ook op grote schaal bij kledingketens als Vero Moda, H&M, Noa Noa, Didi, Zara, Mexx en V&D verkocht, die in dezelfde straat gevestigd zijn. Waar vroeger de verkoop in modewinkels beperkt bleef tot wat zonnebrillen en ceintuurs in een eenzaam schap bij de kassa, neemt het accessoireaanbod nu soms hele wanden in beslag. Het Deense modeconcern Bestseller (van Vero Moda, Only en Vila) lanceerde in 2003 met Pieces een eigen accessoireketen, die in ons land nu zes vestigingen heeft. Bij de Spaanse modeketen Mango vertegenwoordigt de accessoireverkoop ongeveer 12 procent van de totaalomzet en bij H&M nemen accessoires inmiddels in diverse filialen een eigen hoek en soms zelfs een hele verdieping in beslag. Hoewel accessoires op de winkelvloer relatief weinig vierkante meters nodig hebben om winstgevend te zijn, is er de laatste twee, drie jaar opvallend veel ruimte voor vrijgemaakt. Zijn het de ideale omzetmakers of is hier sprake van overkill? En is de accessoiretrend niet alweer op zijn retour? Het modebeeld voor komend najaar is tenslotte een stuk ingetogener en matter dan dat van afgelopen winter. Past al die 'bling-bling' daar nog wel bij?

Ideale omzetmakers?

Het aantal vierkante meters dat de afgelopen jaren voor accessoires is vrijgemaakt wijst erop dat er naar verhouding net zoveel geld aan is uitgegeven. Concrete cijfers over de uitgaven aan accessoires zijn er echter niet. Door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Hoofdbedrijfschap Detailhandel, noch brancheorganisatie Mitex is hier onderzoek naar gedaan. Het CBS heeft wel gegevens over de bestedingen van huishoudens in Nederland. Daaruit blijkt dat de uitgaven in de categorie 'Bijouterieën en horloges' in 2003 gestegen zijn naar gemiddeld 98 euro per gezin, maar in 2004 weer een paar euro omlaag zijn gegaan. Voor 2005 en 2006 zijn de cijfers nog niet bekend. Uitgaven aan sieraden zijn ook licht gestegen, maar deze vallen bij het CBS in die jaren in dezelfde categorie als klokken en horloges waardoor aan deze getallen eigenlijk geen conclusies te verbinden zijn. De zichtbare toename van accessoirewinkels sinds 2003 vormt voorlopig dus het enige bewijs voor de gegroeide vraag naar het product. Om hoeveel winkels het gaat, is ook niet bekend. Het CBS heeft berekend dat het aantal bedrijven in 'Modeartikelen en bijouterieën' tussen 2000 en 2006 bijna is verdubbeld, maar ook hier worden accessoires met andere productcategorieën op één hoop gegooid.

Dat de vraag groeit merken ook de zelfstandige accessoiremerken. Zij zagen hun omzetten en verkooppunten stijgen. Geen van de ondervraagden denkt dat de markt verzadigd is geraakt, maar zij zeggen wel te merken dat de vraag naar kwaliteitsproducten begint te groeien. Accessoires zijn een ideale oplossing voor trendgevoelige consumenten die zich niet iedere maand nieuwe kleren kunnen veroorloven. Tel daarbij op het invoeren van de euro in 2002 en de prijsstijgingen die daarna volgden en de populariteit van de - naar verhouding - veel goedkopere modeaccessoires vanaf 2003 is steeds beter te begrijpen. In dezelfde periode werd er volgens Karin Ravelli, eigenaresse van het bijoumerk dat haar naam draagt, door de grote internationale merken ook steeds meer aandacht aan besteed. ”Modehuizen als Prada, Roberto Cavalli en Gucci zetten de trend.” En inderdaad ook in de luxueuser segmenten blijkt de accessoireomzet gegroeid.

Traditie

De sterk gegroeide vraag is een logische verklaring voor de enorme hoeveelheid accessoirewinkels nu, maar Theo van der Lugt, directeur van Jago Accessoires, geeft nog een andere uitleg. ”Het aantal accessoirewinkels groeit zo hard, omdat er bij zelfstandige damesmodewinkels zo weinig belangstelling voor is,” zegt hij. Volgens Van der Lugt zijn er verschillende redenen waarom zelfstandige modedetaillisten nauwelijks accessoires willen verkopen. ”Het komt gedeeltelijk voort uit traditie en ze hebben er meestal ook geen goed verkooppunt voor. Daarnaast vinden modeondernemers de prijzen en dus de marges van accessoires vaak te laag en als je het met bovenkleding vergelijkt dan is dat natuurlijk ook zo.” Hoewel winkeliers aan deze producten dus relatief weinig ruimte kwijt zijn en met accessoires een zeer hoge omzet per vierkante meter zouden kunnen genereren durven veel van hen de stap niet aan. Modeketens denken daar kennelijk makkelijker over.

Nog een reden voor het grote aantal accessoirewinkels is dat Nederlandse juweliers dit soort bijous niet inkopen. ”Een juwelier wil alleen echt zilver,” zegt Jeanine Bekhof, ”dat is in het buitenland anders.” In thuisland Denemarken wordt Dyrberg/Kern bijvoorbeeld wel bij juweliers verkocht, ”maar in Nederland ligt alleen onze herencollectie, met echt zilver, op die adressen.” De andere lijnen van het hoogsegmentsmerk (de retailprijs van een ketting kan oplopen tot €275,-) worden voornamelijk bij warenhuizen, maar toch ook veel bij modewinkels verkocht. ”Onze distributie is heel divers,” zegt Bekhof, ”zo liggen onze bijous bijvoorbeeld ook bij parfumeries en schoonheidssalons.” Dyrberg/Kern wil dit jaar in Nederland een eigen winkel openen, ”omdat we daar de hele collectie kunnen laten zien en zo tevens de naamsbekendheid van het merk kunnen vergroten.” Ook zij denkt niet dat de verkoop van accessoires op korte termijn achteruit zal gaan. ”Als het modebeeld ingetogener wordt, dan houden wij daar met de collectie rekening mee.”

Het Nederlandse bijoumerk Karin Ravelli wordt in eigen land ook vooral bij hoogsegments bijouterie- en modewinkels verkocht. De eigenaresse vreest niet dat de belangstelling opeens zal afnemen. ”Accessoires zijn modeartikelen geworden en consumenten willen ieder seizoen iets nieuws hebben. Ik weet wel dat de goedkopere producten de markt overspoelen, maar ik denk dat daardoor de belangstelling voor meer exclusieve producten groeit. Er zal altijd vraag naar goede producten en merken blijven. Kijk naar onze toeleverancier in Italië (van kralen e.d., red.), die bestaat al zestig jaar!”

Het gebrek aan belangstelling bij detaillisten waarover de directeur van Jago sprak, lijkt zich dan ook vooral onder zelfstandigen in het middensegment voor te doen. Volgens Theo van der Lugt zal daar echter op korte termijn verandering in komen. ”Zelfstandige modeondernemers zullen gaan inzien hoeveel belangstelling er onder consumenten voor accessoires is.” Ook hij verwacht dat de accessoireverkoop alleen maar zal blijven groeien. Om zijn retailklanten een beetje op weg te helpen werkt Jago momenteel zelfs aan een POS (Point of Sale) systeem, zodat de sjaals, hoeden, tassen en bijoux van het bedrijf makkelijker in de winkel kunnen worden opgesteld. Het ontbreken van een schap of logisch punt voor accessoires in de winkel blijkt namelijk een terugkerend probleem. Dyrberg/Kern biedt zijn klanten eveneens speciale vitrinekasten aan. Op deze manier kunnen bijous niet alleen mooi worden uitgestald, zij maken het stelen ook veel minder makkelijk.

Collecties voorjaar/zomer 2007

Dolce Luna

Daniëlle de Jong, ontwerpster van het merk Dolce Luna, houdt van antieke sieraden. Maar door krachtige kleur- en materiaalcombinaties is de lente/zomer collectie heel erg 'nu'. De lijn Tropical Surprise bijvoorbeeld wordt gekenmerkt door exotische prints in sprekende tinten als dieppaars, zeeblauw en zachtroze. Tropische verrassinkjes voor aan de pols en hals.

Koh-I-Noor

Natuurlijke materialen vormen het middelpunt van de zomercollectie van Koh-I-Noor. Handgemaakte stukken van hout en vormen als sterren, vissen, palmbomen zijn te zien als hanger aan een ketting of als bedeltje aan een armband. Ook zijn er bijzondere ringen, gemaakt van ebbenhout en zilver.

Karin Ravelli

De voorjaarscollectie van Karin Ravelli wordt gekenmerkt door naturel tinten zoals ivoor, wit, beige en schelpkleuren en dit gecombineerd met goud en zilver. Ook is er veel vraag naar modekleuren zoals donkerblauw. Kettingen zijn weer kort. Het beeld is verfijnder dan de afgelopen seizoenen.

Collecties winter 2007

Dyrberg/Kern

De herfst/winter collectie van Dyrberg/Kern kent drie thema's: Cathédrale, Météore en Hermitage. Het is een reis van gotische kerkgewelven en -bogen, via het ijshotel in Zweden naar de schatten van het Russische Kremlin. Dat laatste thema laat zich bijvoorbeeld kenmerken door glanzend zilver en goud, versierd met kristallen Swarovski-stenen en onregelmatige zoetwaterparels in gebroken wit.

Jago

Uit de wintercollectie van Jago worden vooral de colsjaals erg goed verkocht. Het beeld is meer luxueus met fluweel, fluweel prints en imitatiebont. Sobere tinten als grijs, beige en bruin zijn populair, maar naar verwachting gaat rood binnenkort een inhaalslag maken.