• Home
  • V1
  • Columns
  • Azzedine Alaïa: een levende legende - Cultuur

Azzedine Alaïa: een levende legende - Cultuur

bezig met laden...

Scroll down to read more

Dertien jaar na de overzichtstentoonstelling

van Azzedine Alaïa eert het Groninger Museum de couturier met een retrospectief van zijn werk in de 21e eeuw. Van fluwelen avondjurken die zitten als een tweede huid tot wollen jassen met zijn handelsmerk: de perfecte pasvorm.“Alaïa is een van de laatste grote couturiers.”

Afgelopen zomer prijkte er een bijzondere naam op het programma van de couture shows in Parijs. De 71-jarige Tunesisch-Franse ontwerper Azzedine Alaïa, slechts een meter vijftig groot en altijd gekleed in zwarte, Chinese kostuums, gaf na acht jaar afwezigheid weer een modeshow. Maar het was geen comeback. Al die jaren had Alaïa dag in, dag uit van ’s morgens vroeg tot drie, vier uur ’s nachts in zijn atelier in Le Marais gewerkt aan zijn collectie, net zolang tot hij inspiratie kreeg. Maar showen doet Alaïa pas als zijn collectie af is. En dan het liefst zo klein mogelijk, met slechts een handjevol pers en een verbod om te twitteren tijdens de show.

Het is typerend voor de couturier. Alaïa weigert zich te schikken aan de eisen die vandaag de dag aan ontwerpers worden gesteld. Hij maakt geen tussencollecties en parfums, maar richt zich volledig op het kleden van de vrouw. Hij geeft niets om de gevestigde mode-orde. In een recent interview noemde hijKarl Lagerfeld een ‘karikatuur’ die ‘nog nooit een schaar in zijn handen heeft gehad’ en Anna Wintour een ‘dictator’ die ‘alleen het zakelijke gedeelte van Vogue goed regelt’, maar op modegebied ‘totaal geen smaak heeft’. Toen de Franse president Nicolas Sarkozy hem vorig jaar wilde onderscheiden met een Légion d’honneur, wees hij dat aanbod af. Net als de baan van hoofdontwerper van modehuis Dior, dat naarstig op zoek is naar de opvolger van John Galliano.

Top
Toch staat Alaïa al dertig jaar aan de top. Hij heeft een trouwe clientèle opgebouwd met sterren als Madonna, Grace Jones en Raquel Welch, maar ook presidentsvrouwen Michelle Obama en Carla Bruni-Sarkozy gaan regelmatig op staatsbezoek in een Alaïa.“Hij weet hoe vrouwen er uit willen zien en hoe mannen naar vrouwen willen kijken,”vat model Iman de kracht van Alaïa samen. “Hij begrijpt de anatomie van de vrouw,” aldus model Naomi Campbell, die zo goed bevriend is met de couturier dat ze hem ‘Papa’ noemt.

Wie de expositieruimte van ‘Azzedine Alaïa in de 21e eeuw’ in loopt, begrijpt precies wat zijn muzes bedoelen. De zes fluwelen, zwarte jurken die de tentoonstellingen openen zijn ultiem vrouwelijk. Ze ademen sensualiteit en elegantie en omsluiten het lichaam als een tweede huid. Ze accentueren de borsten, de taille, de heupen en geven de draagster lengte. “Vrouwen kopen een jurk om zich er prettig en mooi in te voelen. Daarom denk ik als eerste aan het vrouwelijk lichaam, aan hoe een vrouw eruitziet in een kledingstuk en hoe ze erin beweegt,” aldus Alaïa over zijn ontwerpfilosofie. Nu zijn ontwerpen tentoongesteld worden op doorzichtige mannequinlijfjes, heeft hij zijn couture daar op aangepast. Alaïa heeft elk ontwerp vermaakt om het zo perfect mogelijk op de museumpoppen te laten aansluiten. Voor Mark Wilson, modeconservator bij het Groninger Museum, is dat een uitzonderlijk wapenfeit voor een hedendaagse ontwerper. “Azzedine doet alles nog zelf,” vertelt Wilson. “Van schetsen tot stoffen kiezen, de patronen maken, draperen en de kleding in elkaar zetten. Aan de tentoonstelling heeft hij ook heel intensief meegewerkt. Dat is tegenwoordig zeldzaam. Dat maakt hem zo uniek. Hij is een van de laatste couturiers.”

Volgens Wilson, die in 1998 ook optrad als conservator voor Alaïa’s eerste solo-tentoonstellingen, is Alaïa’s grootste kracht dat hij mode benadert als beeldhouwen. Want Alaïa studeerde geen mode, maar beeldende kunst aan de kunstacademie van Tunis. Zijn tweelingzus Afida leerde hem naaien, maar door zijn achtergrond is hij altijd als een beeldhouwer naar mode blijven kijken. “Zo benadert hij het lichaam en knipt en drapeert hij zijn stoffen.“

Onafhankelijk
In tegenstelling tot Alaïa’s eerste solo-tentoonstelling in het Groninger Museum, die omringd was met kunstwerken van Andy Warhol, Picasso en Jean-Michel Basquiat, bestaat ‘Azzedine Alaïa in de 21e eeuw’ naast de ontwerpen zelf alleen uit een korte inleiding en het jaartal waarin het couturestuk gemaakt is. “Azzedine is constant bezig om zijn ontwerpen te heruitvinden en perfectioneren,” vertelt Wilson.“Materiaal speelt daarin een grote rol. Daarom hebben we ervoor gekozen om de aandacht puur naar zijn ontwerpen uit te laten gaan en de zalen onder te verdelen in materialen als katoen, dierenhuid, chiffon, knitwear en fluweel.”

Hoewel er tussen sommige stukken tien jaar zit, stralen al zijn ontwerpen tijdloosheid uit. Dat is het geval bij het wollen mantelpak uit 2003, de japon met panterprintmotief uit 2010 en de helderwitte katoenen laagjesjurk uit 2011. Hoogtepunt is het colbert met de krokodillenstaart, die ook op de posters van de tentoonstelling te zien is. Het is op en top Alaïa. Eenvoudig, maar toch uniek dankzij de bijzondere materiaalkeuze, vrouwelijk vanwege het accent op de borsten, taille en heupen en voorzien van zijn handelsmerk: die perfecte pasvorm.

Dat Alaïa ook in de eenentwintigste eeuw trouw aan zijn stijl is gebleven, dankt hij aan zijn onafhankelijkheid. Pas eind 2000 verkocht hij een deel van zijn bedrijf aan Prada om zijn archieven te kunnen bewaren en zijn schoenen- en accessoirescollecties uit te breiden, maarAlaïa kocht de aandelen in 2007 terug zodra hij genoeg geld had verdiend.Wel bleef hij aan het merk verbonden door de gezamenlijke productie van leren tassen, riemen en schoenen. Nu heeft de Zwitserse Richemont groep een aandeel in zijn bedrijf, maar op één voorwaarde: creatieve vrijheid.

Want dat helpt hem overleven in de huidige modewereld. Tegen Style.com zei hij onlangs dat de druk, stress en verwachtingen voor ontwerpers de redenen zijn waarom een collega als Alexander McQueen depressief raakte en zelfmoord pleegde en waarom voormalig Dior hoofdontwerper John Galliano verslaafd werd aan alcohol en drugs. “Er is te veel druk,” meent Alaïa. “Het is niet goed als dat mensen kapot maakt. De mens is geen machine. Zeker niet als het aankomt op iets creëren. Je zou ook geen schilder of beeldhouwer vragen om elke twee maanden een tentoonstelling te doen.”

Azzedine Alaïa in de 21e eeuw is nog tot en met 6 mei 2012 te zien in het Groninger Museum.

Azzedine Alaïa
Azzedine Alaïa werd vermoedelijk in juni 1940 geboren in Siliana in Tunesië. Niemand weet precies hoe oud hij is, maar zelf zegt Alaïa ‘zo oud als de farao’s’ te zijn. Op zijn vijftiende schreef hij zich in voor de kunstacademie in Tunis. Tijdens zijn studie leerde zijn tweelingzus Afida hem naaien. In 1957 vertrok hij naar Parijs.Via via kreeg hij een baan bij Christian Dior in Parijs, maar na vijf werkdagen werd hem de deur gewezen. Het einde van de Algarijnse Onafhankelijksheidsoorlog zorgde ervoor dat het modehuis geen ‘buitenlander’ in dienst wilde hebben. Simone Zehrfuss, vrouw van de beroemde architect Bernard Zehrfuss, ving hem op. Hij verdiende geld met de zorg voor haar kinderen en maakte tussendoor jurken voor haar rijke vriendinnen. Na vijf jaar kon hij op zijn eigen benen staan en werkte hij voor bekende modehuizen als Guy Laroche en Cacharel. In 1980 begint hij voor zichzelf. In Nederland wordt Alaïa verkocht bij Kiki Niesten in Maastricht en Carmacoma in Amsterdam.

Dit artikel is gepubliceerd in FashionUnited vakblad nummer 1 van 2012