• Home
  • V1
  • Columns
  • De sport van het koopjesjagen

De sport van het koopjesjagen

bezig met laden...

Scroll down to read more
Columns

Terwijl in mei de winterjassen nog volop in het straatbeeld te zien zijn, stunten grote ketens

al met bikinitopjes.

Sinds de afschaffing van de Uitverkopenwet mogen winkeliers zelf beslissen wanneer hun opruiming begint. Sommige retailers willen de vaste uitverkoopperiodes terug, maar consumenten hebben van koopjesjagen inmiddels een sport gemaakt.

‘Megasale bij Laura Ashley’, verschijnt er in een update op de iPhone. De applicatie is een nieuw snufje voor Britse koopjesjagers. Onder het shoppen kunnen ze zien waar de goedkoopste kleding en accessoires te koop zijn. Dat er geen vaste uitverkoopperiodes meer zijn, zou bij consumenten kunnen zorgen voor verwarring en onzekerheid, maar voor hen lijkt de zoektocht naar het goedkoopste kledingstuk vooral een sport. “Tijdens het winkelen krijgen consumenten al snel tienduizend prikkels van allerlei acties. Ze zijn gewend aan kortingsposters in etalages en verwachten ook dat de plakkaten er zijn,” zegt Paul te Grotenhuis van CBW-Mitex, de brancheorganisatie voor ondernemers in de wonen-, mode-, schoenen- en sportbranche. Ook Carla Valkema, manager retailservices van Euretco Fashion, waarbij ruim twaalfhonderd zelfstandig ondernemers zijn aangesloten, ziet dat consumenten wennen aan de constante uitverkoop. “Consumenten worden steeds minder verleid door prijs- en kortingsacties, ze verwachten ook steeds hogere kortingen. Om dit te voorkomen zouden uitverkoopacties dan ook alleen ingezet moeten worden op het moment dat een product niet voldoende verkoopt of er sprake is van te hoge voorraden. De opruiming is bestemd voor last pieces.”

Volgens Valkema worstelt ongeveer de helft van de moderetailers met de afschaffing van de Uitverkopenwet. “Sommige ondernemers willen liever dat de uitverkoopperiodes vastgelegd worden, om de margedruk te beperken. Anderen staan er neutraal tegenover.” Te Grotenhuis: “Er zijn ook detaillisten die uitverkoop juist als een handig marketinginstrument zien. Omdat de markt verdeeld is, gaan we als brancheorganisatie geen lobby voeren om de Uitverkopenwet weer in te stellen. En de wet werd ook niet voor niets afgeschaft, het werkte gewoon niet.”

De Uitverkopenwet, die regelde dat winkeliers in vaste perioden uitverkoop mochten houden, werd in 1984 ingetrokken. “Als een winkel ging verbouwen, werd er een uitzondering op de wet gemaakt en was er ‘verbouwingsuitverkoop’. In de praktijk kwam het er op neer, dat wie een nieuw behangetje plakte al een vergunning kreeg van de gemeente,” zegt Te Grotenhuis. Marian Bestelink van het ministerie van Economische Zaken vult aan: “De wet werd massaal overtreden, omdat ondernemers het nut ervan niet inzagen.” Doorslaggevend was volgens Bestelink de sterke verandering in inkoop en voorraadbewaking sinds de invoering van de wet; de collecties in de modebranche wisselden steeds sneller. “Een ondernemer was meer dan vroeger gebaat bij een snelle verkoop van voorraden, zodat hij weer een nieuwe voorraad kon kopen.” De wet werd in 1935 ingevoerd omdat veel bedrijven destijds opruimingen hielden, terwijl er in de praktijk helemaal geen sprake was van aanbiedingen. Klanten zagen geen verschil meer tussen de echte prijs en de kortingsprijs. Bestelink: “De benamingen ‘opruiming’ en ‘uitverkoop’ waren slechts een reclamemiddel geworden dat leidde tot een misleidend strijdmiddel bij de concurrentie.”

Nu lijkt het constant uitverkoop. In winkelcentra worden borden met ‘dertig procent korting’ en ‘twee halen, één betalen’ niet meer weggehaald. Posters, slogans en ander marketinggeschreeuw van grote modeketens overheersen de winkelstraten. Kunnen zelfstandig ondernemers daar wel tegenop? Volgens Corio, een vastgoedonderneming die zich gespecialiseerd heeft in het beheer, ontwikkeling en herontwikkeling van winkelcentra, zullen kleine zelfstandigen over twaalf jaar volledig uit het straatbeeld zijn verdwenen. Dat heeft meerdere redenen, geeft de onderneming aan. Of de afschaffing van de Uitverkopenwet daarmee te maken heeft, weten ze niet. Ook Henk Scharp, voorzitter van MKB Deventer ziet geen verband met de afschaffing van de Uitverkopenwet en het verdwijnen van zelfstandigen. Deventer is met acht procent zelfstandigen, één van de steden waar volgens Corio nu al bijna geen zelfstandige ondernemers meer zitten op A-locaties. Scharp wijt dat vooral aan de hoge huurprijzen daar. “In Deventer hebben we veel zelfstandig ondernemers, maar dan net buiten de A-locaties. Daarom willen we van B-locaties ook A-locaties maken door de winkelroutes aan te passen. Een Uitverkopenwet heeft daar niets mee te maken en moet ook vooral wegblijven. Zo min mogelijk regels. Ondernemers moeten zelf beslissingen kunnen nemen.”

In Haarlem, een stad met meer zelfstandig ondernemers en de bekroonde winkelstraat Korte Houtstraat, zien ze de vaste uitverkoopperiodes liever ook niet terugkeren. Fred Hessels, voorzitter van winkeliersvereniging City Haarlem: “Er zijn natuurlijk ondernemers die de oude situatie wel terug willen, maar wij zagen vooral dat de Uitverkopenwet niet werkte.” Dat op A-locaties minder zelfstandigen zitten, heeft volgens hem niets te maken met de concurrentie van grote ketens die met prijzen stunten. “Vaak willen zelfstandigen helemaal geen winkel in de drukke binnenstad, omdat ze daar hun doelgroep niet bereiken.”

Net als Corio en de winkeliersverenigingen ziet ook brancheorganisatie CBW-Mitex geen verband tussen afschaffing van de Uitverkopenwet en ketenvorming en het verdwijnen van zelfstandigen uit het straatbeeld. “Het is voor ondernemers vooral belangrijk dat ze met kortingsacties inspelen op hun doelgroep,” zegt Paul Te Grotenhuis. “Eigenaren van een zaak met klassieke damesmode moeten daar anders mee omgaan dan ondernemers met een jeansstore. Daarbij kunnen zelfstandigen zich veel beter specialiseren op klantvriendelijkheid en de persoonlijke relatie met de klant dan op prijs. Daar zijn ketens weer beter in.”

Echt veel roep om terugkeer van de Uitverkopenwet lijkt er dan ook niet te zijn. Consumenten zijn gewend aan aanbiedingen en willen lekker koopjesjagen. Ondernemers willen graag vrij zijn en zelf bepalen wanneer een artikel goedkoper mag. Marian Bestelink van Economische Zaken: “Dan lopen ondernemingen het risico te verdwijnen, maar dat is eigen aan een markteconomie. Het is ook een belangrijke prikkel voor vernieuwing.”

Buurlanden
België heeft sinds mei een nieuwe uitverkoopwet. De vaste koopjesperiodes, in januari en juli, blijven in deze wet vaststaan. Wel is door de invoering van de nieuwe wet op ‘Marktpraktijken en Consumentenbescherming’, de sperperiode verkort. Tijdens deze periode, voorafgaand aan de uitverkoop, mag er geen reclame gemaakt worden voor prijsverlaging. Op die manier kunnen klanten tijdens de solden, zoals de uitverkoop in België heet, de echte prijzen en de kortingsprijzen vergelijken. Vorig jaar wilde minister van Ondernemen, Vincent van Quickenborne, de koopjeswet volledig afschaffen. Hij vond dat handelaren zelfstandig genoeg zijn om beslissingen te nemen en dat het maar eens gedaan moest zijn met de betutteling van consumenten. Argumenten om de wet te behouden waren in het parlement en de ministerraad echter sterker. Zij betoogden dat kleine winkeliers de sales nodig hebben om geld te verkrijgen voor de nieuwe collectie. Voor de consument biedt de wet vooral duidelijkheid. Bovendien kunnen zij tijdens de solden ook duurzame en kwalitatieve kleding en schoenen aanschaffen tegen fikse kortingen. Nu de nieuwe uitverkoopwet is ingevoerd voldoet de Belgische wetgeving aan de Europese richtlijnen over oneerlijke handelspraktijken. In Duitsland werd in 2004 de uitverkoopwetgeving versoepeld. Daar zijn nu meer promotiemogelijkheden.

Vaste uitverkoopperiodes

JA
“Ik ben een groot voorstander van vaste uitverkoopperiodes. Het is voor de consument vooral veel duidelijker. Bovendien moet je als zelfstandig ondernemer wel mee doen met prijsverlagingen van grote ketens. Ik maak daarom altijd een rondje door de stad om te zien wat de concurrentie doet. Natuurlijk zijn er altijd mensen die liever snuffelen in kleine boetiekjes, maar als ketens dezelfde kleding goedkoper verkopen, gaan ze toch daar heen.” Rianne Kielen, eigenaar Ranonkel Fashion&Accessoires, Haarlem

NEE
“We hebben altijd wel iets in de uitverkoop. Dit is niet alleen om klanten te lokken, het zijn voornamelijk artikelen die al lang in de winkel hangen. Het zou niet goed zijn voor zelfstandigen als die kledingstukken niet meer tussendoor goedkoper geprijsd mogen worden. Ondernemers moeten dan ook vooral zelf de vrijheid hebben om te beslissen of ze iets in de opruiming doen. Het is wel zo dat we de uitverkoop van grote modeketens in de gaten houden. Maar als wij iets afprijzen is het veel sneller weg dan bij hen. Zij hebben een veel grotere voorraad.” Djura Leon en Nancy Karstens, medewerkers Blanco Mode, Haarlem

Dit artikel is gepubliceerd in FashionUnited vakblad juli 2010.