Bezoekers Kleine Fabriek worden langzaam wakker na WK-avond
bezig met laden...
De Kleine Fabriek heeft voor de negentiende editie een nieuwe indeling gekregen. De kindermodebeurs in de Amsterdamse Rai heeft nu vier 'areas': Peek, voor beginnende merken of merken met een kleine collectie, Block met commerciële casualmode en denimcollecties, Fame, met highend merken als Eleven Paris en Oilily en Object, waar ook speelgoed en interieurartikelen te vinden zijn.
Kleine Fabriek wil volgend jaar sportmodeplatform
Vingino is na een aantal seizoenen van afwezigheid terug op de kindermodebeurs. Het kindermodemerk uit Ermelo toverde de 150 vierkante meter grote stand om tot een beachclub van witte houten planken, beschilderd met blauwe palmbomen. De collecties zelf hebben ook een tropische sfeer: broeken met bloemenprints, geperforeerde sweaters en zalmkleurige polo's met een blauwe, exotische kraag.
Heeft de veranderde indeling van de beurs Vingino over de streep getrokken om terug te komen naar de Kleine Fabriek? "Nee," zegt Olga Robaczewska, export manager van het jeanslabel. "Vingino is in maart overgenomen en de nieuwe eigenaren en het management wilden zich voorstellen aan de retailers." Robaczewska acht de kans groot dat het merk volgend seizoen niet weer exposeert op de Kleine Fabriek. Op zondagmiddag vindt ze de beurs maar matig. Het verschil met de Florentijnse kindermodebeurs Pitti Bimbo is volgens de export manager groot. "De Kleine Fabriek is klein, dat is een nadeel. Ik spreek alleen Nederlandse klanten, dus we doen weinig nieuwe contacten op. Maar vraag het me morgen opnieuw, dan is het misschien drukker geweest. Nu lijkt iedereen moe door de voetbalwedstrijd van gisteren."
Fleur de Graaf van Converse noemt de sfeer in de Rai 'tam'. "Ik kan het niet goed vergelijken met eerdere edities, want ik ben er even tussenuit geweest, maar ik vind het rustig. Waarschijnlijk door het WK. Het is natuurlijk altijd rustiger in de zomer, maar ik hoop wel dat het morgen drukker is."
Ja, 's ochtends was het inderdaad rustig. Ingrid Messerer, sales manager bij het merk Boob, beaamt dat. "Maar 's middags werd het langzaam drukker." Ze vindt de sfeer juist prettig. "Het is relaxt en kalm. De kindermodebeurs in Kopenhagen is veel groter, te druk. En hier kunnen we heel Nederland bereiken." Het Zweedse merk met zwangerschapskleding heeft momenteel twaalf verkooppunten in Nederland, maar wil dat flink uitbreiden. Messerer hoopt op de Kleine Fabriek nieuwe klanten op te kunnen doen. Ook nam Boob een agent in de arm om te kunnen groeien in Nederland.
Hoewel Messerer zelf niet zwanger is draagt ze toch een kokerrok van het merk. "Het zit zo lekker," lacht ze, terwijl ze aan de elastische stof trekt. "Dat is het mooie van Boob, je kunt de collecties ook dragen na je zwangerschap, of als je borstvoeding geeft." Ze toont de tekst op het waslabel. "Kijk, hier staat dat als je uitgekeken bent op het kledingstuk, je het kunt geven aan iemand anders. We letten op duurzaamheid, maken bijvoorbeeld nieuwe vezels van petflessen. Het draait tenslotte om kinderen, de toekomst."