Een half jaar nadat Bread & Butter-topman Karl-Heinz Müller een  strenger deurbeleid introduceerde bij de Berlijnse modebeurs,  versoepelt hij de regels voor bezoekers weer. Volgens Müller hebben  consumenten meer macht dan vroeger. "Wehebben besloten om de  belangrijkste schakel aan het einde van de keten toe te laten op Bread  & Butter, namelijk de eindconsument. De eindgebruiker beslist wat,  wanneer, hoe en waar hij kleding koopt."
   In
 juni dit jaar scherpte de Berlijnse modebeurs nog de regels aan.  Wie geen inkoper, winkeleigenaar, journalist of zakenpartner van een  exposerend merk is, en toch Bread & Butter wilde bezoeken, kon een  rekening verwachten van 500 euro. Daarnaast werden medewerkers van  verticale bedrijven - bedrijven die de hele bedrijfskolom controleren  en opereren als winkelier, merk en productontwikkelaar tegelijk -  strenger geweerd. Werknemers van bedrijven als H&M, Inditex, Primark,  Uniqlo, Esprit of New Yorker mochten niet naar binnen.   
   Bread & Butter directeur Karl-Heinz Müller erkent dat het een  opvallende move is, om vanaf de januari-editie van de beurs  consumenten binnen te laten op het evenement voor modeprofessionals.  "We weten heel goed dat dit geen gemakkelijke opgave zal zijn. We  verwachten een sterke tegenwind, net als toen we verhuisden van Keulen  naar Berlijn. Maar de consument is beter geïnformeerd dan ooit  tevoren. De hele markt is meer afhankelijk van het imago bij de  eindgebruiker," schrijft hij in een brief naar exposanten, bezoekers  en journalisten.         
Bread & Butter niet naar Istanboel
Ook over verticale bedrijven veranderde Müller van mening. "De gehele  markt is veranderd de laatste jaren. Bedrijven als H&M, Inditex en  Uniqlo blijven uitbreiden. En ze lanceren nieuwe concepten, zoals H&M  met Cos en & Other Stories. Ook modemerken focussen steeds meer op  monobrandwinkels. Deze winkels zijn niet altijd succesvol, maar door  de hoge marge hebben ze een voordeel op traditionele retailers.  Modemerken tonen steeds minder interesse in groothandel. Ik ervaar dat  in de vele gesprekken met onze exposanten. Een aantal merken heeft om  die reden afgezien van deelname aan een grote beurs."
   Voorlopig 
ligt de toekomst van de modebeurs in Berlijn. Geruchten over  een verhuizing naar Istanboel doen al enige tijd de ronde. "Dat is  niet ons plan. Duitsland heeft duidelijke voordelen voor onze  exposanten," zegt Müller. Hij geeft wel aan kritisch naar Berlijn als  standplaats te kijken. "We raadpleegden geen statistieken of  koopkrachtanalyses, toen we naar Berlijn kwamen. De stad was creatief,  de kunstscene was hier al gevestigd, er is een cultureel nachtleven.  We werden geleid door zachte feiten. Sinds onze terugkeer naar Berlijn  in 2009 is er een goudzoeker mentaliteit ontstaan in de stad. Veel  nieuwe beurzen en mode-events zijn ontstaan of naar Berlijn  verplaatst. Ik kijk daar heel kritisch naar. Hoewel ik me nog steeds,  en meer dan ooit, betrokken voel bij Berlijn, is er een gevaar dat de  stad '
random' wordt."   
   Bread & Butter werd opgericht in 2001. In 2003 verhuisde Müller zijn  denim- en streetwearbeurs van Keulen naar de Duitse hoofdstad  Berlijn. Begin 2007 verkaste Bread & Butter naar Barcelona. Tweeënhalf  jaar lang moest Berlijn het doen zonder de belangrijkste trekpleister.  In 2009 werkte keerde de modevakbeurs terug naar Berlijn.