• Home
  • V1
  • Leads
  • Cultuurbeleid geen halszaak voor modebranche

Cultuurbeleid geen halszaak voor modebranche

bezig met laden...

Scroll down to read more

Leads

De plannen die Halbe Zijlstra, staatssecretaris voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, ontvouwde in zijn brief over het cultuurbeleid hebben nogal wat stof doen opwaaien. De modebranche reageert echter lauw op die plannen en steekt hand

in eigen boezem. José Teunissen:“Het wordt nu echt eens tijd dat men de handen in elkaar slaat.”

In een beleidsbrief omschreef staatssecretaris Halbe Zijlstra van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap kort de belangrijkste uitgangspunten voor het cultuurbeleid. Allereerst: “Van instellingen verwacht ik dat zij in staat zijn een substantieel deel van hun eigen inkomsten uit de markt te halen, bijvoorbeeld door prijsdifferentiatie.” Ten tweede: “De overheid moedigt succesvol ondernemerschap aan. Eigen inkomsten en voldoende publiek zijn dan ook harde criteria bij beoordeling van subsidieaanvragen.” Verder wil Zijlstra talent stimuleren: “Zo vind ik het belangrijk talent dat nog niet bij een breed publiek bekend is, te stimuleren.”

De Raad voor Cultuur is een partij die zich bezorgd toont over deze opstelling. “De uitgangspunten die staatssecretaris Zijlstra in zijn beleidsbrief noemt, kunnen de komende jaren ernstige nadelige gevolgen voor het cultuurbeleid hebben,” laat de Raad weten in een reactie. Binnen de modebranche staat eveneens niet iedereen achter de plannen. José Teunissen, sinds 2002 lector modevormgeving bij ArtEZ hogeschool: “Als dit kabinet zo nodig de boel wil hervormen, laat ze het dan doen met visie en niet vanuit een geringschattende houding dat cultuur elitair is. Ze zouden de potentie moeten stimuleren en daar zijn zeker nieuwe maatregelen (anders dan fondssubsidies) voor nodig.” Merle Deterink, programmadirecteur van AIFW is evenmin enthousiast: “In het huidige economische klimaat is het wenselijk dat iedereen bezuinigt dus ook de cultuursector. Alleen over de wijze waarop dit moet gebeuren, valt te twisten. Het is zonde als er besluiten worden genomen die op de korte termijn misschien geld opleveren voor de overheid, maar op de lange termijn ten koste gaan van een sector en daarmee ook van de opbrengsten van de overheid.”

Toch hoeven de uitgangspunten voor de modebranche nog niet eens zo slecht uit te pakken, denkt José Teunissen: “Mode behoort tot de 'lage cultuur’, is laagdrempelig, bereikt een groot publiek en is onderdeel van de creatieve economie. Dat wil zeggen dat mode uiteindelijk ook pas kan bestaan als het economisch bestaansrecht heeft. Mode moet worden verkocht; ook al kan dat tegenwoordig aan musea zijn of leden van de opera zoals Viktor & Rolf en Iris van Herpen hebben laten zien. Dus uitgaande van de nieuwe criteria zou het mooi zijn als mode uiteindelijk gezien werd als een belangrijke innovatieweg in de creatieve economie.” Ook Merle Deterink, constateert dat er in de modebranche al veel gebeurt om creativiteit te linken aan ondernemerschap: “Ondernemerschap is belangrijk voor modeontwerpers en AIFW. De Fashion Fasterclass geïnitieerd door AIFW en Abn Amro is daar een goed voorbeeld van. Het is opgezet om het geconstateerde gat te dichten tussen creatie en commercie. Tijdens de Fashion Fasterclass word aan getalenteerde ontwerpers kennis bijgebracht op een van de volgende gebieden: export, branchekennis en netwerk, fiscaal, financieel, eigendomsrecht, logistiek en distributie.”

Ze is blij met het voornemen talent te stimuleren. “De erkenning dat talent moet worden gestimuleerd is een positieve ontwikkeling. Dat is een onderwerp waar AIFW al jaren mee bezig is door onder andere het Fashion Week LAB.” Wat het voornemen concreet zou kunnen betekenen is dat ontwerpers beter financieel worden ondersteund, meent Teunissen: “Dat zou moeten betekenen dat men innovatiegeld in gaat zetten om jonge veelbelovende ontwerpers te helpen om op een creatieve manier bestaansrecht op te bouwen,” vindt ze.

Teunissen is van mening dat er op dat gebied meer te bereiken is wanneer het modeveld zich beter organiseert: “Het wordt nu echt eens tijd dat men de handen in elkaar slaat en gezamenlijk een lobby opzet om als sector geld voor 'innovatie' te bedingen. In samenhang valt er ook pas echt iets met sponsors te regelen,want die willen zo'n sector het liefst helemaal omarmen. Nu zijn er teveel initiatieven die het modeveld behartigen en elkaar beconcurreren. Zo komen we geen stap verder. Een sector wordt pas sterk als men gezamenlijk een sterke lobby inzet.”

Foto: Daryl van Wouw, zomer 2011