• Home
  • V1
  • Leads
  • Nederlandse wolklassiekers tijdens derde Wool Week

Nederlandse wolklassiekers tijdens derde Wool Week

bezig met laden...

Scroll down to read more

Leads

Een wolvezel kan twintigduizend keer gebogen worden zonder dat het afbreekt. Daarbij heeft het de kracht om te zich te herstellen – daarom gaan wollen producten jaren lang mee. Dit feitje over wol is onderdeel van de derde Nederlandse Wool Week.

Gisteren werd de week, die in het teken staat van wol met behulp van een expositie, geopend bij de tentoonstellingsruimte 'Pistache' aan het Frederiksplein te Amsterdam. De ontwerpers die een creatie hebben gemaakt voor de tentoonstelling, waren allemaal aanwezig. Onder andere Bas Kosters en Claes Iversen stonden vol enthousiasme de bezoekers te woord over hun ontwerpen.

Als thema is dit jaar gekozen voor de historie van wol in het algemeen en in Nederland. De expositie geeft een overzicht van - soms typisch Nederlandse - wollen items uit het verleden zoals de geitenwollen sok. Hier koppelt de organisatie vernieuwende ideeën van elf hedendaagse designers aan. “We wilden een verscheidenheid aan ontwerpen laten zien. Het evenement vindt plaats in Amsterdam, maar vertegenwoordigt eigenlijk heel Nederland. Daarom hebben we voor ontwerpers gekozen die uit verschillende delen van Nederland komen,” vertelt curator Martijn Nekoui.

Wool Week Amsterdam geopend met alle deelnemende ontwerpers

Voor de tentoonstelling kreeg iedere deelnemend ontwerper een thema toegewezen dat betrekking heeft op wol. Zo geven Claes Iversen en Suitsupply hun visie op wol in relatie tot respectievelijk couture en het mannenpak, blaast Sjaak Hullekes de authentieke visserstrui nieuw leven in en gaat Bas Kosters aan de slag met de geitenwollen sok. Fotograaf Paul Bellaart brengt een fotografische ode aan Woolmark, want het is dit jaar precies vijftig jaar geleden dat de Woolmark kwaliteitsaanduiding officieel in het leven werd geroepen als een internationale licentie om de kwaliteit van 100 procent zuiver scheerwol te garanderen. Andere ontwerpers en bedrijven die deelnemen aan de Wool Week expositie zijn: Anbasja Blanken, De Ploeg, Granny’s Finest, Jan Boelo, Maison the Faux, Milo Fashion, Liselore Frowijn, Spectrum en Stella Ruhe Producties. Verder zal er van 3 tot 9 november in diverse winkels in Amsterdam zoals Bugaboo en Sukha aandacht besteed worden aan wollen producten.

Links achter in de tentoonstellingsruimte staat ontwerper Jan Boelo te praten met een bekende. Hij kijkt af en toe om naar de mensen die zijn militaire jurk van dichtbij bekijken. De organisatie gaf hem het thema uniforms en ceremoniële kleding. “Ik dacht bij wol al snel aan militaire kleding,” vertelt Boelo. “Aan de hand daarvan ben ik onderzoek gaan doen naar de geschiedenis en alle militaire thema's langsgegaan. Ik heb zelf iets met Frankrijk en zodoende kwam ik uit bij het schilderij van Eugène Delacroix 'La liberté guidant le peuple'. Daarop staat Marianne, het nationale symbool van Frankrijk bij de Julirevolutie van 1830, afgebeeld. Op haar is de jurk gebaseerd, de blote borst heb ik in het ontwerp verwerkt, dat staat voor de moed en kwetsbaarheid. Door het bomberjack wordt het meer van nu.”

Hoewel Boelo in zijn collecties niet zo veel gebruik maakt van wol, vindt hij het gebruik van het materiaal wel belangrijk. “Het is een natuurproduct. Ik werk zelf veel met lamsleer, dat is natuurlijk van hetzelfde dier. Wat ik zo mooi vind aan wol is dat het net zo werkt als leer; je kan het kneden. Andere stoffen hebben dat veel minder.” Claes Iversen voegt hier even later aan toe: “Alle naaisters die voor mij werken, vinden het heerlijk als ze weer met wol mogen werken. De stof werkt gewoon lekker mee.”

Blote billenshow bij het coutureontwerp van Claes Iversen

Nog snel een broodje in zijn mond proppend vertelt Iversen verder over zijn thema couture: “Ik wilde graag juist laten zien wat de andere kant van couture is. Als je in het atelier komt, gaat het over de constructie en werkwijze. Het resultaat is een wollen jurk die aan de achterkant is afgescheurd. Door middel van een speciale stiktechniek zitten al die rafels op de onderconstructie van de jurk. Je kan dus van de achterkant zien hoe een couturestuk in elkaar zit: al het handwerk en alle stiksels. We wilden laten zien dat er veel meer werk zit in jurk dan je zou verwachten. Het lijkt heel licht, maar eigenlijk is het een heel zware jurk. Het hele team is er zeker vijftig tot honderd werkuren mee bezig geweest.”

Na de tentoonstelling gaan alle stukken naar het archief van de ontwerpers, maar Iversen sluit mogelijke verkoop van zijn stuk niet uit. “Als er een koper is, wordt het waarschijnlijk verkocht. Maar dan loop je wel rond in blote billen.”

FashionUnited schreef onlangs een artikel over de keerzijde van wol.

Luuk Krekels