Rechtspraak - Slaafs nagebootst?
bezig met laden...
Een bekende misvatting in de modebranche is dat een ontwerp minimaal een X aantal verschillen moet bevatten om toelaatbaar te zijn. Over deze fabel hebben wij al eerder een artikel geschreven (‘Het zeven verschillen sprookje bestaat niet”, Fashion United juli 2011).
“Look-a-like” producten kunnen op verschillende gronden verboden zijn. Zij kunnen inbreuk maken op auteursrechten, merkrechten, modelrechten en zelfs op octrooirechten van een ander, maar kunnen ook een onrechtmatige daad opleveren op grond van slaafse nabootsing. In rechtszaken over imitatie in de mode wordt bijna altijd een aanvullend beroep gedaan op slaafse nabootsing. Daarom zal ik slaafse nabootsing in deze column onder de loep nemen. Wanneer is nabootsen juridisch niet toegestaan?
Slaafse nabootsing
Het leerstuk van slaafse nabootsing heeft vrije concurrentie hoog in het vaandel staan. Als uitgangspunt dient te gelden de vrijheid om (in dit geval) modeontwerpen een zo groot mogelijke deugdelijkheid en bruikbaarheid te geven. Daarom is het niet verboden om je voor dat doel te laten inspireren door de modeontwerpen van concurrentie, zélfs als je daarmee nadeel aan je concurrent toebrengt of het publiek daardoor in verwarring zou komen. Het is echter wel verboden als je door een nabootsing nodeloos verwarring sticht, oftewel of je ook een andere weg in had kunnen slaan en door dit na te laten het publiek verwart. Je bent dus verplicht om verwarring zoveel mogelijk te voorkomen, zonder dat daarbij van je kan worden geëist dat je een minder deugdelijk of bruikbaar ontwerp zou moeten maken.
Verreist voor deze bescherming is dat het modeontwerp waarvoor bescherming wordt ingeroepen een ‘eigen plaats in de markt’ heeft. Wanneer een ontwerp niet onderscheidend is, bijvoorbeeld omdat er al talloze andere ontwerpen of kledingstukken bestonden met dezelfde elementen op het moment dat het op de markt kwam, dan is een beroep op slaafse nabootsing tevergeefs.
Kortom, wordt een kledingontwerp met een eigen plaats in de markt nodeloos nagebootst en wordt daardoor verwarring gesticht, dan kan de originele ontwerper een beroep doen op slaafse nabootsing en bij succes onder meer schadevergoeding vorderen.
V oorbeelden
Bovenstaande blijft natuurlijk wat theoretisch. Wat zijn nu concrete voorbeelden van gevallen waarin een beroep op slaafse nabootsing wel of niet slaagde, en waarom?
In 2009 kwam Oilily met succes op tegen een producent van tassen die door de Kruidvat werden verkocht. Deze tassen hadden een bloemenmotief dat sterk leek op het kenmerkende motief van Oilily. De rechter oordeelde dat de producent van de look-a-like tassen voor een ander dessin had kunnen kiezen, zodat de tassen niet zo sterk op die van Oilily zouden lijken. Daarmee slaagde het beroep op slaafse nabootsing. Het gevolg: alle tassen moesten worden teruggehaald en vernietigd, de winst van de nabootser moest worden afgedragen en de proceskosten van Oilily van bijna 3.000 euro moesten worden vergoed door de nabootser. Daarnaast heeft de producent ruim 200.000 euro aan Kruidvat moeten betalen, wegens de schade die Kruidvat door de inbreukmakende tassen opliep.
Minder succesvol was schoenenmerk Blackstone tegen een andere schoenproducent die met soortgelijke leren sneakers op de markt kwam. Blackstone is er niet in geslaagd om voldoende aannemelijk te maken dat haar sneakers onderscheidend vermogen hadden. De wederpartij kwam met een groot aantal voorbeelden van andere ontwerpen die ook op de Blackstone schoenen leken. Daarnaast oordeelde het Hof dat het nog maar de vraag is of het publiek zich in dit geval zou kunnen vergissen. De rechter vond de “look-a-likes” duidelijk een goedkope kopie van de Blackstone schoenen en van verwarring van het publiek zou wellicht geen sprake zijn als de verkoopkanalen hele andere blijken te zijn (hetgeen in deze procedure niet is komen vast te staan). Blackstone ving dus bot, en moest ruim 16.000 euro aan haar wederpartij vergoeden voor de gemaakte proceskosten.
Tips & trics
Wat moet je van bovenstaande onthouden als jouw kledingontwerp wordt nagebootst? Laat voordat je juridische stappen onderneemt een inschatting maken of sprake is van slaafse nabootsing. Enkele (vergaande) gelijkenis is niet voldoende, zelfs niet als het publiek verward is. Bovendien moet jouw kledingontwerp onderscheidend vermogen hebben.
Wat als je zelf wegens slaafse nabootsing wordt aangesproken? Natuurlijk is het wijsheid om juridische geschillen te voorkomen door goed op de grenzen van inspiratie en imitatie te letten bij het vervaardigen van een kledingontwerp. Hopelijk biedt het voorgaande inzicht om die grens beter te kunnen bepalen.
Esther Schnepper, Advocaat bij Köster Advocaten