Shop-in-shop Freitag open, broers in het land

Dekzijl van vrachtwagens, gebruikte binnenbanden en veiligheidgordels. Dat zijn de drie materialen waarmee de gebroeders Freitag in 1993 hun eerste tas maakten. Nu, zestien jaar later, is daar slechts één ingrediënt bijgekomen: de airbag.

Voor iedereen die daar lugubere associaties bij krijgt, legt Daniel Freitag (38) uit dat het niet om de gebuikte airbag gaat, natuurlijk. “Het zijn airbags van auto’s die naar de sloop gebracht worden.” Maar wel: “Coming from the street, going back to the street”

Het verhaal begint in 1993 als de broers – beiden grafisch ontwerper – een functionele, waterdichte, stevige tas zoeken om hun ontwerpen droog en veilig mee te vervoeren. Geïnspireerd door het bonte vrachtverkeer dat voor hun huis in Zürich op de snelweg langs dendert, ontwikkelden zij een grote tas met schouderband, gemaakt van oude vrachtwagendekzeilen, gebruikte fietsbinnenbanden en autogordels. En daarmee zetten ze een trend. “Het recyclen van producten was toen nog helemaal niet zo hot als het nu is,” vertelt Markus Freitag (39) in de shop-in-shop in '290 square meters' in Amsterdam. Maar de broers, die door hun opvoeding al begaan waren met het milieu en vanwege hun werk in de reclame zagen hoeveel materiaal er werd verspild, vonden het een logische keuze.

De shop-in-shop in Amsterdam is – hoe toepasselijk - afgelopen vrijdag 30 oktober geopend en om dat te vieren waren de broers Daniel en Markus Freitag in het land. Amsterdam is voor een shop-in-shop de uitgelezen plek, vinden de twee: de fietscultuur in de stad maakt dat de waterdichte, verstelbare tassen van Freitag een gewild product zijn. Het systeem in het kleine winkeltje (zo’n zes vierkante meter) is hetzelfde als in hun eigen winkels in Zürich, Davos, Hamburg en Keulen; de muren vol met kleine laden, met daarop de foto van de tas die zich in de betreffende lade bevindt. “Geen tas is namelijk hetzelfde,” vertelt Markus. “Ook daarom,” zegt hij, “is het van belang dat winkels altijd een minimum aan tassen op voorraad hebben. Zodat de klant een keuze kan maken.” Dat minimum wordt gesteld op twintig tot veertig edities van een model. “Nou ja, minstens twaalf, dat zou mooi zijn,” voegt Markus toe. Met uitzondering van de winkel in thuisstad Zürich, die bestaat uit een stapel containers op een industrieterrein aan de snelweg, en inmiddels tot hippe plek is uitgegroeid. Deze heeft zo’n 1600 tassen op voorraad. Maar ja, dat is dan ook de flagshipstore. En weer is daar die snelweg. “De plek is gekozen zodat de klant kan zien waar het materiaal van de tassen vandaan komt.”

Ook de productie vindt nog steeds langs diezelfde snelweg plaats, net als in het begin. Daar worden de tassen ontworpen, toegesneden en verpakt. Per jaar wordt het dekzijl van zeventig kilometer file aan trucks in de tassen verwerkt, oftewel: tweehonderd ton aan materiaal. Markus: “Drie werknemers spotten constant nieuwe vrachtwagenbedrijven, benaderen deze en zo komen we aan nieuw materiaal.”

Inmiddels hebben de broers al meer dan veertig modellen op hun naam staan; nieuwe ontwerpen staan op de planning. Ook over een mode- en een sportlijn wordt nagedacht. En dan is er nog de expansie. Italië, Duitsland, Japan, Zwitserland en Nederland zijn op dit moment de landen waar het label het best wordt verkocht. Daniel: “Japanners komen zelfs speciaal naar Zurich voor de winkel en een tas.” Toch willen de twee graag groeien. Zowel bij bestaande klanten als in het aantal winkels. Een voorbeeld daarvan is in ieder geval alvast de Amsterdamse shop-in-shop.

Beeld 1: Beroemde tassen van Freitag

Beeld 2: Winkel Zürich